De sirene wordt normaal gesproken buiten het gebouw geïnstalleerd om de omgeving te waarschuwen dat er wordt ingebroken.
De unit wordt gevoed door drie alkalinebatterijen die vier jaar meegaan, afhankelijk van de hoeveelheid sirene/flitslichtactiviteit. De eenheid zendt elke acht minuten een inchecksignaal uit dat de unieke identificatiecode bevat, samen met de sabotagestatus en batterijstatus.